AKO Slangafsluiters voor gebruik met vacuüm

Wanneer een luchtbediende slangafsluiter van AKO aan de mediumkant (in de buis) wordt voorzien van een vacuüm van >-0,1 bar, trekt de manchet van de luchtbediende AKO-slangafsluiter door het vacuüm samen. Dit heeft een nadelige invloed op de productdoorstroming en de levensduur van de manchet van de luchtbediende AKO-slangafsluiter.

Aanbeveling voor slangafsluiters bij toepassing met vacuüm

Bij een vacuümtoepassing (afzuiging) met een procesvacuüm >100mbar moet er altijd een vacuümcompensatie in de luchtbediende slangafsluiter uitgevoerd worden.

De vacuümcompensatie kan het eenvoudigste met een schoon procesvacuüm uitgevoerd worden dat via een bypass in de ontluchtingskant van de magneetklep wordt geschakeld.

Als er geen schoon procesvacuüm ter beschikking staat of de vacuümbron te ver weg ligt van de slangafsluiters wordt de toepassing van de AKOVAC schakelingen aanbevolen.

Met behulp van de AKOVAC-besturingseenheid wordt de manchet van de luchtbediende slangafsluiter geopend c.q. open gehouden. Een vacuümverwerking aan de mediumkant is de transportleiding (buis) is slechts tot -0,8 bar mogelijk.

AKOVAC Perfect

De vacuümeenheden van de serie AKOVAC-Perfect maken het mogelijk om de druk aan de stuureenheid gericht in te stellen. Apart voor de stuurdruk voor het sluiten van de slangafsluiter en voor de voedingsdruk voor het reguleren van het vacuümlevel resp. het vacuümniveau.

Daardoor kunnen de – bij een vacuümtoepassing kleine – noodzakelijke stuurdrukken (1 - 2 bar) voor het sluiten van de slangafsluiter en de evt. iets hogere stuurdrukken voor het ideale vacuümlevel resp. vacuümniveau ter compensatie van het vacuüm aan de mediumkant apart van elkaar worden ingesteld.

Bovendien beschikken de AKOVAC-Perfect-eenheden over een snelontluchting en geven de verschillende drukken in het systeem (voedingsdruk, sluitdruk, druk in de slangafsluiter -1 tot +5 bar) weer.

In tegenstelling tot de AKOVAC-Basic-eenheid kan de vacuümpomp in de AKOVAC-Perfect-versie worden uitgeschakeld en werkt deze alleen, wanneer deze ook nodig is. Dat bespaart perslucht en energie. Na het uitschakelen van de vacuümpomp blijft het vacuüm in het systeem behouden. Als het voorgedefinieerde vacuümniveau niet wordt bereikt, kan dit met een optionele digitale drukschakelaar worden herkend en wordt de vacuümpomp via de besturing aan klantzijde weer ingeschakeld.

AKOVAC Basic

Met de versie AKOVAC Basic is slechts één besturingsdruk mogelijk, die daarmee de besturingsdruk voor het sluiten van de luchtbediende slangafsluiter en gelijktijdig het vacuümniveau regelt.

Aansturing van de slangafsluiters

Bovendien willen wij erop attent maken dat de luchtbediende slangafsluiters met een verschildruk van 2 - 3 bar aangestuurd moeten worden. In geval van een zuivere vacuümtoepassing (afzuiging) zonder overdruk is het daarom aan te bevelen om de stuur-/sluitdruk van de luchtbediende slangafsluiter op een ideaal niveau met een drukreductor tot 2 - 3 bar te reduceren / in te stellen.

Deze maatregel zal een optimaal effect hebben op de levensduur/standtijd van de elastomeer manchet.